Klats, daar lig ik weer
Nietsvermoedend loop ik met Geert buiten een rondje. Sinds een week is dat een traditie, ’s avonds een halfuurtje buiten lopen. We redden het niet elke avond, maar voor mij is het een goede vorm van beweging en tegelijkertijd is het een momentje om te ontspannen en – natuurlijk – elkaar de oren van het hoofd te kletsen. Zo ook deze avond. Ik heb geen idee meer waar we het over hadden, maar ineens gebeurt het weer. Mijn voet blijft hangen achter een iéts hoger liggende steen en klats, daar ga ik weer.
De lol is er vanaf
Even lijkt de schade mee te vallen – ik val namelijk niet helemaal op de grond – maar de *krak* die we horen, zegt genoeg. Ik durf bijna niet omlaag te kijken. Wat zal er nu weer kapot zijn? Uit mijn broek gescheurd? Scheur in mijn topje? Nee, dit keer is het mijn teenslipper, die het begeven heeft. Precies gebroken op het punt tússen mijn tenen, natuurlijk. Ik probeer er nog om te lachen, maar eigenlijk is de nieuwigheid (en daarmee ook een beetje de lol) er wel vanaf. Op één slipper en één blote voet vervolg ik mijn weg richting huis. (Geert heeft me nog even op zijn rug gedragen, maar dat ging niet lang goed.)
Vogeltjesdans
Ik snap werkelijk waar niet wáárom ik zo vaak ergens over struikel. Of mijn teen ergens tegenaan stoot, waarna ik automatisch een slechte imitatie van de vogeltjesdans nadoe. Of met mijn vinger ergens tussen zit. ‘Waarom doe je dat nou?’ vraagt Geert weleens lachend à la Roland Goedemondt, maar ik wéét het niet! Mijn lichaam doet het gewoon. En ik hups erachteraan. Het gaat eigenlijk al mijn hele leven zo. Vroeger brak ik wekelijks een speelgoedje van mijn broertje, door er gewoon bovenop te gaan staan, terwijl ik zou zwéren dat ik eroverheen stapte.
Niet normaal
Op mijn tong bijten, ook zoiets. Als een normaal mens een hap van zijn broodje neemt of kauwgom kauwt, trekt zijn tong zich terug, toch? De mijne niet. Nee, hoor. Als ik hem niet duidelijk een opdracht geef, blijft hij gewoon lekker zitten waar hij zit. Het resultaat? Altijd en eeuwig een bloedende mond, uitstekende stukjes wang en (serieus, de tandarts zei het zelf) een gat in mijn tong. Dat is toch niet normaal?
Kusje d’r op?
Aan het begin van onze relatie moest Geert er nog om lachen. En… nou ja, eigenlijk doet hij dat nog steeds. Alleen zucht hij er tegenwoordig ook bij. Het valt mij nog mee dat hij er überhaupt nog steeds op reageert en de Kruidvat reclame na blijft spelen: kusje d’r op? En ja, dan lach ik maar weer. Wat moet je anders?
Ohh dit is zo onwijs herkenbaar! Ik loop thuis ook óveral tegenaan, wel drie keer in de week gaat het BAM “auwauwauw!”. Mijn vriend lacht er ook meestal om, en als het echt pijn doet komt ie ook wel aangerend om een kusje te brengen
Hahahaha wat een leuk stukje! Ik heb dat altijd met mijn linkerwang! Och, ik bijt ZOvaak op de binnenkant van mijn wang, en dan denkt mijn hoofd ook nog even: nog even twee keer extra bijten, omdat ie dan lekker opgezwollen wordt aan de binnenkant.
Ja, je BLIJFT er maar op bijten als er eenmaal een stukje uitsteekt!
Helaas wederom iets met genen. Hoevaak ik geen blauwe plekken heb op kleutertafel hoogte, echt die tafels steken gewoon over als ik langs kom. Pap vraagt weleens hoe ik nu weer aan die mega plek kom, soms weet ik het gewoon niet eens meer. Mijn tong is gatenkaas, ik bijt zelfs wel eens op mijn tongriempje, haast onmogelijk, maar mij lukt het ( tijdens mijn beugelperiode is hij gescheurd). Struikelen…als kind bonden mijn ouders me al aan een riempje omdat ik telkens lag, hoefde ze me alleen nog maar op te tillen. Wees blij dat je in huis nu geen trap hebt, dagelijks mis ik een trede.
O jeeeeee, daar had ik nog niet aan gedacht… En we zijn juist op zoek naar een huis met een trap!
Hahaha, ja, hier ook zo herkenbaar. Ik zit altijd onder de blauwe plekken. Mijn man heeft serieus een keer gevraagd wat ik onder werktijd toch allemaal uitspook! Tong, wang, lip. Ja, ideaal om zelf in te bijten. Stoepranden? Je ziet ze van een afstand en toch… Negen van de tien keer maak ik links of rechtsom toch nog een schuiver. Het zit in de genen…..
Ik ben allang blij dat ik niet de enige ben!
Haha, ik bijt ook heel vaak op mijn tong of mijn wang.
Leuk beschreven! Moet zeggen dat ik me er gelukkig niet echt in kan herkennen…
wat heb je het leuk geschreven!