Eén van de meest fascinerende landen waar ik tot nu toe over gehoord heb, is Bhutan. Het ligt in Azië, in de Himalaya en tussen China en India. Slechts een beperkt aantal toeristen per jaar mag het land bezoeken. Het land is zeer religieus en staat dan ook vol met tempels, gebedsvlaggen en gebedsmolens. En verder is het land vooral… héél erg bijzonder en héél anders dan andere landen. Om diverse redenen.

In het kort

Taal: Dzongkha
Valuta: Ngultrum
Eten: groene pepers, gedroogd vlees, thee gemaakt van water, boter en zout. Op dinsdag wordt er geen alcohol geschonken.
Klimaat: hooggebergte
Beste reistijd: Mei, september, oktober
Inentingen: ja; DTP, tyfus en hepatitus A (eventueel Malaria tabletten)
Visum: ja
Vervoer: eerst met het vliegtuig (via India, Thailand of Nepal) en in het land zelf een 4×4, want niet alle wegen zijn af… Er staan wel dansende politieagenten op, trouwens.
Budget: niet echt, je betaalt per dag een bepaald bedrag (250 dollar) om überhaupt door het land te mogen reizen. Maar daar krijg je dan wel weer onderdak, eten, vervoer én een gids voor.
Bijzonder: in Bhutan rekenen ze niet met het Bruto Nationaal Product, maar met het Bruto Nationaal Geluk.
Must see: Tiger’s Nest, Thimpu, Panuka’s dzong en de 108 stupa’s.

Het land

De moderne wereld begint een kléin beetje te mixen met de traditionele cultuur; sinds 10 jaar heeft iedereen een tv. Als je de aflevering van 3 op reis kijkt, zie je dat het land rust uitstraalt. Het landschap bestaat trouwens uit dorre gebieden, bergen, met groen en zelfs sneeuw op de toppen. De zeer religieuze (Boeddhistische) bevolking draagt veel traditionele kleding en kan bizár goed boogschieten; op afstanden van 100 m schieten ze gewoon raak.

Reizen door Bhutan

Begin je reis in Bhutan door boterlampjes aan te steken. Het brengt je geluk en voorspoed. Reizen door Bhutan is bijzonder; je betaalt per dag een vast bedrag (250 dollar) om door het land te mogen reizen, maar krijgt daar dan wel weer onderdak, eten, vervoer én een gids voor.

Een plek waar je écht naartoe moet als je in Bhutan bent, is Tiger’s nest, een klooster midden in/op de bergen. Om er te komen moet je ongeveer 6 uur omhoog klimmen, maar dan héb je ook een uitzicht. Wauw. De tocht zelf is ook niet onaangenaam (wel zwaar); je loopt door een prachtig bos, langs watervallen en kliffen. Onderweg kun je even bijkomen in een restaurant. In de tempel zelf mag je wat religieuze offers uitvoeren, die volgens Floortje Dessing ook zéér de moeite waard zijn. De terugweg gaat trouwens een stuk sneller én is minder zwaar.

Ook een leuke stop: de hoofdstad, Thimphu. In de stad lopen veel mensen nog in de traditionele kledij en ook bijzonder: er zijn nergens stoplichten. Die wáren er wel, maar de bewoners vonden ze veel te onhandig, lastig en onpersoonlijk. Inmiddels staat er dus weer een politieagent, die dansend het verkeer regelt.

Bruto Nationaal Geluk

De vorige koning van Bhutan heeft bedacht dat de welvaart niet meer bepaald wordt door het Bruto Nationaal Product, maar door het Bruto Nationaal Geluk; het innerlijke geluk van de bevolking. Bij de deur van een gezin waar Floortje Dessing op bezoek was, hing ook een briefje met Reasons to be happy. Ik zeg: blijvertje!

Over geld gesproken; er zijn maar 6 pinautomaten in het hele land, maar daar kun je met je Westerse pas niet terecht. ‘Wij’ moeten geld bij een bank halen. Maar veel heb je niet nodig, want alles is al geregeld/geboekt. Het enige wat je nog hoeft te betalen zijn wat drankjes en souvenirtjes.