De mooiste dingen kom je altijd onverwachts tegen. We zijn net bij een klooster geweest, wat wel mooi was, maar niet super indrukwekkend. Inmiddels vervolgen we onze weg naar de volgende bestemming. Ineens staat er een bruin bord langs de kant, wat betekent dat er een bezienswaardigheid aankomt. De foto is niet erg duidelijk en het bord is al versleten, maar het ziet er wel grappig uit. We hebben nog tijd. Zullen we naar boven? Waarom niet? Het is maar 35 minuten lopen, volgens het bordje.
Na 35 minuten komen we aan bij een oud, verlaten huisje en een mini kerkhof. Het lijkt totaal niet op het plaatje van het bord en het ‘pad’ loopt nog verder. Zullen we dan toch maar verder lopen? Ach, waarom niet? Na een paar meter blijkt er een goede reden te zijn waarom niet: het pad is verschrikkelijk steil en – ondanks dat ik er meteen een astma pufje in gooi – ik ben continu buiten adem. Als we halverwege even stilstaan, hoor ik gesis en zie ik nog net een dikke, zwarte slang weg glibberen. OKE, we lopen door! De rest van de weg loopt Geert voorop, terwijl hij heel hard met me blijft praten (‘Dan horen ze dat we eraan komen!’) en als een idioot met zijn wandelstok op de grond mept. Jammer dat ik te weinig adem heb om te lachen.
Op een gegeven moment zien we offerkaartjes, die mensen in de rotsen hebben gestoken. Het moet nu toch niet ver weg meer zijn? Wat het dan ook mag zijn waar we naartoe gaan. En dan ineens, om de hoek, hoor ik Geert roepen. ‘Het is prachtig!’ En dat is het. Voor ons ligt een verlaten klooster. Er is helemaal niemand. We kunnen er niet in, maar we kunnen wel dichtbij komen. Ik luid de bel, die echoot door het dal. Als ik een halfuur later ben bijgekomen doen we het nog eens, voor de reisfilm.
We komen bij een deur. De deur zit niet op slot en als we het takje weghalen, kunnen we naar binnen. Zullen we? We doen het, maar de deur is zo oud en scheef dat hij door de zwaartekracht meteen overschiet. Wij slaken een gilletje en springen aan de kant. Helden dat we zijn. Geert spiekt uiteindelijk nog even naar binnen, met z’n telefoon als zaklamp. Het is een soort gebedsplek. We doen snel de deur weer dicht.
De mooiste dingen kom je altijd onverwachts tegen. Jammer dat je er ook altijd zo van buiten adem raakt.
Wil je er ook heen? Thuis kwamen we erachter dat hij ‘Hermitage van St. Sava’ heet.
ja geweldig, die kleine per ongelukke ontdekkingen!
Dat zijn de leukste 🙂
Schitterend maar wel erg gevaarlijk! Instortingsgevaar is hoor denk ik. Uitkijken hoor!
Zo erg was het niet 🙂 We zijn niet zulke helden, dus we kijken goed uit!
wat tof! Van die avontuurlijke ontdekkingen zijn altijd heel leuk inderdaad:)
Dan voel je je net een ontdekkingsreiziger 😉
Wat een gave plek om zo onverwachts te ontdekken. Ik hou daar ook onwijs van, je komt zo op de mooiste plekken!!