Ik poets altijd mijn tanden. Nee, echt. Altijd. Net als dat ik elke avond mijn make-up eraf haal. No matter what. Zelfs als ik om 04.00 uur ’s nachts thuis kom. Ik vind het gewoon vies om te gaan slapen of mijn dag te beginnen met ongepoetste tanden en een vies gezicht. En het heeft ook zo zijn effect. Ik heb namelijk nog nooit een gaatje gehad.
Ik weet dat dat ook te maken heeft met de sterkte van je gebit, maar toch. Twee keer per dag je tanden poetsen heeft er ook heus wel wat mee te maken. Ik ben dan ook echt niet bang voor de tandarts. (Al denk ik dat ik daar anders over ga denken als ik wél een gaatje heb.) Nee, mijn tandjes zijn me best wel heilig. Toen mijn tandarts op mijn zestiende mijn fluor vergat (de laatste keer dat ik dat zou krijgen), hielp ik hem er zelfs aan herinneren! Terwijl dat ik súper smerig spul vind. Als ik er aan denk, krijg ik al een vieze smaak in mijn mond.
Laatst las ik een opmerkelijk onderzoeksresultaat op internet: tanden poetsen kan je leven redden. Mensen die dit namelijk niet doen (of niet vaak genoeg), lopen meer risico op een hartaanval. Als bacteriën op je tanden en tandvlees namelijk niet verwijderd worden, kunnen deze in je bloedstroom terecht komen en bloedklonters veroorzaken. Die bloedklonters kunnen fataal zijn. Je tanden poetsen is dus eigenlijk net zo belangrijk als je eetpatroon, bloeddruk, cholesterol en conditie als het gaat om het beperken van het risico op hartproblemen.
Ik weet niet of ik dit resultaat nou direct angstaanjagend moet vinden. Professor Howard Jenkinson vindt van wel. Nou ja, het maakt me ook niet uit. Ik poets mijn tanden toch wel. Zoals Petje Pitamientje zou zeggen: “Ik vind het gewoon lekker.”
Bron: Hln.be